hij neemt geen blad meer voor de mond
verheft zijn stem
ongehoord wordt hem het zwijgen opgelegd
nu voor eeuwen
geen woordvoerder is hem gegund
de dichter staat sprakeloos
voor zijn geopende graf
dat laag na laag werd blootgelegd
zijn hoofd wijst naar het koor
tussen kalk en steen
toont zuiderlicht het kleinste
botje been
van iemand die zijn stem verloor.
(archeologische opgravingen in kerk van Bellingen voorjaar 2013, het graf van abt Sermet)