Hélène De Ridder (1957) studeerde Sierkunsten/Monumentale kunsten aan de Academie voor Schone Kunsten te Aalst. In 1986, aan het einde van haar opleiding, verwierf Hélène de Valerius de Saedeleerprijs en in 1987 een aanmoedigingsprijs bij de Provinciale prijs Oost-Vlaanderen met een tentoonstelling in de Sint-Pietersabdij te Gent.
Werkvorm
In de textiele kunstvorm (batik) van Hélène De Ridder overheerst de soberheid in kleur en vorm. Grote en kleine werken, een spel van lijnen, ‘fijne lijnen’, draden, prikkeldraden of zijn het ogen(?), muzieknoten, teksten, een spel van wit en zwart, ‘details’.
Voor Hélène is de geur van smeltende was, tjantings, borstels, witte katoen,... de start van een creatief proces. Dromen krijgen vorm via lijnen, draden, woorden, vegen, druppels,... energie stroomt, een batikwerk ontstaat. De gebatikte stof vormt de basis van assemblages waarbij karton, autobanden, pluimen, houten ziften, draden en ander afgedankt materiaal een meerwaarde geven aan het geheel.
Geen traditionele batik, maar de experimentele batik. Batik hoort bij hélène: 'hélène batik'...
De talrijke tentoonstellingen en wedstrijden brachten haar naar indrukwekkende plaatsen: België, Nederland, Denemarken, Engeland, Hongarije, Italië, Zweden, Slowakije, China, Zwitserland, Turkije, Frankrijk, Spanje, Duitsland, Polen, Oekraïne,Venezuela, VS, Letland, Japan, Portugal, Roemenië.
Contact
website: www.helenebatik.be